Vannacht lag ik wakker, heel lang wakker. Dat had te maken met twee nieuwsberichten.
Het eerste was dat het Rijk zich actief gaat bemoeien met tientallen gemeenten die de jeugdzorg maar niet geregeld krijgen. Tientallen? Ja, tientallen!! De verantwoordelijke bewindslieden hebben er geen vertrouwen in dat die gemeenten voor 1 januari klaar zijn voor hun nieuwe jeugdtaken.
Het tweede was dat zorgorganisatie Carinova stopt met thuiszorg omdat de bezuinigingen op de langdurige zorg tot veel onzekerheid leiden. Daardoor is het onzeker of zo’n 3.000 mensen in de omgeving van Zwolle en Deventer ook volgend jaar nog thuishulp krijgen. De organisatie stopt omdat de bezuinigingen op de langdurige zorg tot veel onzekerheid leiden. Volgens de voorzitter van de Raad van Bestuur duurt het te lang voordat de gemeenten duidelijkheid geven over de tarieven en de volumes die ze volgend jaar willen afnemen. Eerder was al bekend dat zo’n 1.000 medewerkers van deze organisatie hun baan zullen verliezen.
Is de situatie bij Carinova een voorbode van wat deze sector te wachten staat? Is de zorg van de staatssecretarissen Van Rijn en Teeven terecht? Als ik het mij goed herinner moet per 1 oktober de inkoop voor 2015 rond zijn. Dat is nog een maand. Hoogleraar Jan Telgen geeft aan dat een verrassend groot aantal gemeenten in 2015 op nagenoeg dezelfde manier door gaat in plaats van echt te veranderen. Die gemeenten gaan volgens hem een soort AWBZ’tje spelen. Als dat het geval is, zou er toch weinig aan de hand moeten zijn. Zoek en vervang in de huidige contracten. Dat de decentralisatie dan geen transformatie wordt nemen we er de eerste twee jaren dan maar bij. De contractering en daarmee de zorg voor de burgers is immers geregeld.
Uit het voorbeeld van Carinova blijkt wat anders. Er gebeurt iets wat in inkooptermen een monopsonie heet. Een monopsonie treedt op in een markt waar slechts één koper, de monopsonist (de gemeente), aanwezig is. Er zijn echter wel meerdere verkopers (de zorgorganisaties). Het is dus het tegengestelde van een monopolie, waar er maar één verkoper is voor meerdere kopers. Een monopsonie kan gezien worden als een extreem voorbeeld van Buyer Power.
Die definitie hield mij wakker. Buying Power, inkoopmacht. Dat is toch is waar je volgens de inkoophandleidingen naar moet streven? Sterk staan in de markt. De laagste prijs binnenhalen. Voorwaarden dicteren en zo? Nu zitten gemeenten in een positie waar ze inkoopmacht hebben en dan valt gelijk de markt om. Dat kan toch niet de bedoeling zijn. De oorzaak ken ik niet. Gissen kan ik wel. Volgens mij komt het doordat we te maken hebben met een onvolwassen markt. Gemeenten moeten inkopen op een markt die ze niet kennen. Het gaat dan ook nog eens om heel veel geld en de directe verantwoordelijkheid voor hun burgers. Geen wonder dat ze heel voorzichtig zijn en nog geen stappen (durven te) zetten. Zorgorganisaties zijn waarschijnlijk nog geen verkopers en weten niet om te gaan met deze nieuwe situatie. Frappant is dat we deze situatie al eens eerder hebben meegemaakt bij Hulp in de Huishouding. Dat nooit meer, heb ik vaak horen zeggen.
Twee gescheiden werelden die samen moeten komen. Dat moet nu wel heel snel gaan gebeuren. Dat roept om een intensieve samenwerking, grondige marktkennis en vertrouwen in elkaar. Daarmee kom je hopelijk ook af van het AWBZ’tje spelen, krijgen innovaties een kans en komt die transformatie er wel.
Dan heb je ook een win-winwin. Voor zorgondernemers, voor gemeenten en voor burgers. Dan verandert Inkoopmacht in Inkooppracht.